Sita, Sati is een lofzang over liefde en schoonheid die langzaam verandert in een klaagzang over verdriet en verlies. Twaalf textielbeelden, twaalf weduwen, twaalf stemmen. Een voor een komen de weduwen in beweging en richten zich op. In een kakofonie van geluiden van onmacht, verdriet, woede en pijn zakken zij vervolgens terug in hun oorspronkelijke vorm.

Sita, Sati is geïnspireerd op de Veda’s (heilige geschriften) van India.

Sita, de vrouw van Rama, wordt door haar man verstoten nadat ze door ontvoering veertien jaren in het harem van een ander heeft doorgebracht. Sita hield vol dat ze nog zuiver was, maar Rama zweeg. Sita vroeg daarop een brandstapel te bouwen en stortte zich, om haar zuiverheid te bewijzen, in het vuur. De vlammen weken uiteen en de vuurgod kwam tevoorschijn, met Sita in zijn armen. Met de verzekering dat ze geen schuld had, droeg hij haar over aan Rama.

Sati, Shiva’s eerste vrouw, besloot tijdens een offer ceremonie alle aanwezigen te doordringen van de grote waarde van haar man. Ze bracht het hoogste offer door zich in het vuur te gooien en haar lichaam te offeren aan de vlammen.